Het wil eruit. Lang genoeg heb ik gezwegen. Was wat ik te zeggen had wel zo belangrijk?
Ik werd niet gehoord maar waarom werd ik niet gehoord? Dat wat ik vertelde was lichtjaren verwijderd van mijn omgeving. Ik kan het ze niet meer kwalijk nemen, ze konden me niet horen. Nu weet ik beter, het ligt niet alleen aan mij.
Mijn trilling was te hoog en ik zakte af en ging mee ik hun trilling. Diep ongelukkig werd ik ervan, maar om erbij te horen deed ik het maar. Ik “leefde” in het donker, mijn wereld was donker, mijn kleding waren donker, liefst wilde ik slapen en pas wakker worden als het licht werd in mij. Ik heb wat uren doorgebracht in bed, hopend, jankend, biddend dat wanneer ik wakker werd het licht zou zijn. Ik het licht zou zien, ik het licht zou voelen, ik het licht zou zijn.
Later wist ik niet beter, ik was mezelf volledig kwijtgeraakt. Ik voelde me niet thuis bij mijn directe omgeving, ik voelde me niet thuis in mijn eigen lijf.
Ik was die rare, ik werd zelfs raar genoemd door mijn eigen moeder. Ik voldeed niet aan de normen en waarden die door mijn omgeving werden gesteld.
Ik kon mezelf niet zijn, liep altijd op mijn tenen, bang om op te vallen, bang voor commentaar.
Maar o wat wilde ik graag het podium pakken. Shine en gezien worden. Ik begin nu pas te leven. Wat ik op mijn tijdlijn heb gezien is dat mijn tijd vooruit langer is als het deel wat ik al heb gehad. Wat betreft mijn leeftijd 65 zou dit niet mogelijk zijn, echter ik zie het als dat ik nu kan gaan leven.
Het zinderde al een lange tijd tot eindelijk het verlossende moment is aangebroken om te gaan leven in het licht. In mij borrelt en bruist het van de energie. Het wil eruit, met een knal als een kurk van een champagne fles.
Het is nu tijd om de fles champagne te ontkurken. Ik schud nog even met de fles, laat de kurk maar knallen en dan is het ………
Proost.
Het is aan het zinderen en bruisen.
« Ik ben mijn oudere zelf kwijtgeraakt. De ene smak is de andere niet. »
Reactie plaatsen
Reacties