Wanneer ik je niet aankijk, is het niet dat ik je niet wil zien, echter ik wil de pijn, frustratie, onvrede die ik in je ogen zie, niet meer voelen. Al jaren neem ik het van je over, ik wist niet dat ik het deed.
Ik twijfelde aan mezelf, ik voelde het wel, maar nooit werd er door wie dan ook in mijn omgeving over gepraat.
Ik durfde het niet te benoemen omdat ik toch immers die rare was, onbegrepen. Ik begreep mezelf niet dus hoe zouden anderen mij dan wel kunnen begrijpen? Ik voelde me eenzaam en alleen. Vaak ook koesterde ik de eenzaamheid en het gevoel van alleen zijn.
Het bleef alleen in mijn hoofd zitten, soms wilde het naar buiten, maar liet ik het niet toe.
Steeds zwaarder werd de last. Ik hield mezelf staande door het te negeren, echter wat naar buiten wil vind op een gegeven moment zijn weg wanneer de tijd daarvoor rijp is.
Soms kwam bij mij de gedachten, wanneer is het mijn tijd om te gaan leven. Voor mij voelde het altijd al dat ik geleefd werd, maar begreep de context daarvan niet.
Iets in mij gloeide al, maar kon er niet uit. Nu ik eenmaal het licht heb gezien, laat het zich niet meer verdringen.
Ik kom naar buiten, al wordt het me niet in dank afgenomen. Groeien doet pijn, niet alleen voor mij maar ook voor jou. Wie ben ik om jou niet ook je proces te gunnen.
Jaren heb ik gedacht dat ik zwak was, tot ik op een moment ontdekte dat wanneer ik niet meer de zwakste zou zijn, jij niet meer de sterke zou zijn.
Doordat ik mezelf door de jaren heen worstelde, werd mijn kracht steeds groter. Het is als een spier die getraind wordt. Hier heb jij nog een inhaalslag te maken.
Ik zie nu hoe jij worstelt, maar ik laat het bij jou, het is immers niet van mij. In liefde gun ik jou ook je proces, met je pijn, letterlijk en figuurlijk, die horen bij een groei proces. Noem het groeistuipen, de verkramping en pijn. Controle houden, wat jij heel goed kan, heeft geen zin. Geef je over en ook jij gaat het licht(er) zien.
Ik weet nu dat ik je daarin los mag laten om jou je eigen proces te gunnen. Dit is jouw pad wat jij zelf mag lopen.
Wanneer ik naar je kijk zie ik hoe oud en vermoeid je er de laatste tijd uitziet, vooral wanneer we thuis zijn. Wanneer ik zeg dat je er vermoeid uitziet, krijg ik als antwoord, ik ben niet moe. Je wil zo graag de controle houden en vasthouden aan wat was. Je hangt in de bank, kijkt naar oude conference, luistert naar muziek uit de jaren 80. Ik hoor je zeggen was ik nog maar 20 dan wist ik het wel.
Naar de toekomst kijken kun je, nog niet. Nou is dat ook een lastig iets, want dit is iets wat je nog nooit hebt gedaan, dus weet je niet wat het brengt en verandering vind je moeilijk.
Wanneer ik, als ik het al durf, jou vertel wat mijn dromen zijn voor de toekomst, stuit ik op weerstand. Je zegt, ik ga dat niet doen, allerlei bezwaren worden aangevoerd. Ik weet wel, dit zijn mijn dromen, maar de schrik slaat mij om het hart wanneer ik jou hoor over samen in een bejaardenhuis.
Ik zou je willen toeschreeuwen, laat de controle los, kom in het nu. Wat geweest is geweest, dat krijg je niet meer terug. Leef in het nu en droom een mooie toekomst voor ons.
Ik heb medelijden met je maar mee lijden kan en doe ik niet meer.
Liefs Ineke
Reactie plaatsen
Reacties